Een aantal jaren geleden zag ik op het internet een filmpje dat indruk op mij maakte. Er was in een Engelse talentenshow een huisvrouw die voor de jury een lied ten gehore wilde brengen. Zij was enigszins merkwaardig gekleed en door haar wat mollige uiterlijk en oubollig kapsel had zij al snel de lachers op haar hand. Het publiek en de jury lachten haar echter niet toe, maar uit. Totdat zij haar mond open- de en het lied inzette dat zij voor die gelegenheid duizenden keren geoefend zal hebben. Spottende glimlachjes veranderden in open monden van verbazing en een enkeling pinkte een traan weg.
Deze vrouw, Susan Boyle (1) , won later dat jaar de tv-show Brittain’s
got talent en heeft inmiddels meerdere cd’s en optredens
op grote podia op haar naam staan. Of ze er gelukkiger
door geworden is, durf ik niet te zeggen, maar het toont wel
aan hoe een mens zich enorm in een ander kan vergissen. Een
mens kan zich ook enorm in ‘de Ander’ vergissen. Op het eerste gezicht is Hij ‘niet om aan te zien’ (Jesaja 53:2-3).
RADICAAL VOOR GOD
Precies zo verging het een fanatieke religieuze leider een
kleine 2000 jaar geleden met de man die hij tot in het diepst
van zijn wezen verachtte en ook van de volgelingen van deze
Jezus moest hij niets hebben. Een bekend verhaal, maar als we
het goed tot ons laten doordringen en wat dit in de actualiteit
voor ons betekent kunnen ook de bekende verhalen tot grote
zegen voor ons worden.
Saulus had absoluut geen hekel aan de God van Israël, de God
van zijn voorvaderen. Nee, daarvan moest hij juist alles heb- ben, daar had hij alles voor over. Voor God ging hij helemaal,
radicaal. Er was geen opdracht en geen wet te groot of klein;
Saulus ging er volledig voor. Maar de beweringen van die man
uit Nazareth en zijn volgelingen waren voor hem te bizar voor
woorden en gingen in tegen alles wat hij van jongs af aan over
God geleerd had. Daarom wilde hij deze nieuwe sekte te vuur
en te zwaard bestrijden. Dat mensen gevangen gezet werden
of dit zelfs niet overleefden, deed hem niets. In naam van God
wilde hij van harte meewerken aan het uitroeien van deze
godsdienstige afwijking. Hij dacht God aan zijn zijde te heb- ben. Dan hoef je je ook niet schuldig te voelen over het leed
dat je andere mensen aandoet.
Is dit niet hoogst actueel? En hoe kun je je vergissen, terwijl je
denkt goed te zitten, aan de goede kant te staan.
GOD BLEEK EEN VREEMDE VOOR HEM
Als er in Jeruzalem kennelijk te weinig christenen meer zijn om
op te sporen en over te leveren om gevangen te zetten, verlegt
hij de grenzen. Op weg naar het Syrische Damascus gebeurt
er echter iets bovennatuurlijks. Een licht feller dan de zon op
een zomerse, heldere dag verblindt hem en terwijl hij op de
grond valt klinkt de stem van God: ‘Saul, Saul, waarom vervolg
je mij?’ (Handelingen 9:4).
Het is Saulus direct duidelijk wie er tegen hem spreekt, maar
toch vraagt hij aan de ‘Kurios’ wie Hij is?
Dan komt de schok, de totale deceptie, dat Degene die hij
met zoveel ijver bestreden had juist van jouw God afkomstig
was, ja zelfs God zelf is! Deze God was hem van jongs af aan
bekend, maar bleek uiteindelijk toch een vreemde voor hem
te zijn. De vervolger is klein gekregen door de Vervolgde en
een diep werk van vasten, gebed en berouw volgt voordat de
Geest van Christus Paulus vervult en de vervolger een volger
van Jezus wordt. Dat schuldgevoel kwam na zo’n ontmoeting
dan ook vanzelf en is hem zijn leven lang in een gezonde vorm
bijgebleven. (2)
Het is niet te bevatten hoe belangrijk Gods Geest Paulus vervolgens heeft gemaakt in de uitbreiding van het koninkrijk van
Christus. Hij stichtte en versterkte vele gemeenten en een groot
deel van ons Nieuwe Testament bestaat uit schrijfsels van de
hand van Paulus. Ook hijzelf heeft verscheidene malen moeten
ondervinden het doelwit van vervolging te worden, omdat hij
nu zelf bij die Jezus hoorde en zich met vernieuwde ijver en bovennatuurlijke kracht voor Hem inzette. Paulus ging eerst achter
Jezus aan als vervolger en nu achter Jezus aan als volger.
JIHADI JOHN
Het verhaal van Paulus biedt ons in deze tijd van toenemende christenvervolging en terreur door organisaties als
bijvoorbeeld Islamitische Staat hoop. Er is hoop voor de
meest fanatieke aanhanger van IS, als God hem in het nek- vel grijpt en Jezus hem te machtig wordt. God is in staat de
hardste harten, nee zelfs dode harten, levend te maken. In
2015 maakte de toen beruchte ‘Jihadi John’ furore. Hij was
het schrikbeeld van de terreur en hij draaide zijn hand er niet
voor om om mensen voor de camera eigenhandig te doden.
Zouden we in die tijd van iemand als hij gehoopt durven heb- ben dat hij ooit Jezus zou vinden? Het alternatief – als dat
niet zou gebeuren – zou voor hem overigens een verschrikkelijk oordeel zijn. Dat is ook gebeurd; hij is met dodelijke precisie
door de Amerikanen uit de weg geruimd. De ontmoeting
met Jezus is voor hem ook gekomen, maar deze pakte helaas
anders uit dan bij Saulus. Ook hij dacht voor zijn god goed
bezig te zijn, kon daardoor gewetenloos van alles ondernemen, maar zat er in werkelijkheid totaal naast. Gode zij dank
komen er af en toe ook uit radicale moslimkringen getuige- nissen van een levensveranderend werk door het ingrijpen
van God zelf. Er zijn zelfs ‘Jihadi John’-types die Jezus leren
kennen! Dit zijn mannen aan wier handen het bloed van
christenen kleeft. Vinden wij dat zulke mensen überhaupt
wel recht hebben op genade?
HET VERLANGEN VAN PAULUS
Zo blijft het verhaal van de bekering van Saulus ook in onze
tijd hoogst actueel. In de gemeenten waar hij later voorging
moeten ook wel eens familieleden of vrienden gezeten heb- ben van christenen die dankzij Saulus gevangen zaten of
zelfs gedood zijn. Het leed dat door hem is aangericht was
enorm. In Christus en met elkaar gelukkige gezinnen werden
uit elkaar getrokken door de godsdienstige ijver van deze
man. Het is niet voor niets dat men in de beginjaren na zijn
bekering regelmatig huiverig was voor Paulus. Was hij wel
echt veranderd?
Paulus zelf wist van de vergeving door het plaatsvervangend werk van de Ander, die voor hem gestorven was. Hij
kon de onverdiende verzoening met God als geen ander in
zijn brieven en preken uitleggen en na aan het hart brengen.
De rest van zijn leven werd hij in beslag genomen door dat
allesbeheersende verlangen ‘Hem te kennen’ (Filippenzen 3)
en hij besteedde de rest van zijn leven om Hem aan anderen
bekend te maken. Mogen er nog velen volgen die ditzelfde
verlangen hebben! En ook met een minder heftig verleden is
het wonder er niet minder groot om!
Eerder verschenen in Zoeklicht 3 van 2017
1 Susan Boyle auditie
2 1 Korintiërs 15:9 ‘ik ben de minste van de apostelen, omdat ik de
gemeente vervolgd heb.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten