Pagina's

woensdag 27 februari 2013

Een mensonterende boodschap

eerder gepubliceerd in Zoeklicht 1 van 2013 website Zoeklicht

Het Evangelie, dat ik u verkondigd heb…[i]

Door: Wilco Sliedrecht

Het Evangelie, het goede nieuws, is een boodschap die bij de gemiddelde mens niet lekker in het gehoor ligt. Natuurlijk, je kunt het verhaal wat sappiger, wat heroïscher maken, maar sec genomen is het nu niet een boodschap die ‘lekker landt’. Op momenten dat ik er met niet- gelovigen over spreek, merk ik soms dat ik mezelf hoor praten en bevliegt het me vaak dat het niet erg ‘cool’ is wat ik sta of zit te vertellen. Zeker als je niet om de hete brij wilt heen draaien.
De gemiddelde mens lijkt er eigenlijk ook niet zo’n behoefte aan te hebben; zonde en de vergeving daarvan zal ze een worst wezen. Anderzijds gaan hun ogen wel glimmen en heb je een heel ander gesprek als het bijvoorbeeld over de voetbalwedstrijd van gisteren of –ik noem nog maar wat- de trouwjurk van een prinses - gaat.
Nu vinden er al jarenlang allerlei initiatieven plaats om de boodschap wat toegankelijker te maken en het Evangelie in hapklare brokken op te dienen. Een nieuwe poging om het Nederlandse volk te bereiken geschiedde met een populair, glimmend blaadje ( ‘glossy’). De boodschap over zonde zou een boodschap over het  begrip schaamte worden. Gelovigen die letterlijk met één been in de wereld staan kregen in dit blad een prominente plaats om te vertellen dat er ‘meer’ is.  Een initiatiefnemer verwachtte van tevoren overigens niet dat er mensen door tot geloof zouden komen….[ii]
Nu lijkt het er inderdaad vaak op dat er allerlei ongewenste en onnodige hobbels liggen en de kerk een niet al te best imago heeft. Een christen of groep christenen, die op een Christus- onterende manier in de media komt, schaadt daarmee de Naam die ze –al dan niet terecht- dragen. Gedrag van gelovigen kan de Naam van God onder niet- gelovigen schaden, zo blijkt uit Nieuw Testamentische teksten [iii]. Het omgekeerde is overigens een uitdagender opdracht! [iv]
Wat dat betreft past gelovigen eigenlijk wel wat meer bescheidenheid, ja berouw. Vaak moeten er heel wat stenen uit de akker verwijderd en hobbels vereffend worden, voordat je tot de kern kunt komen. Daarom heb ik begrip voor laagdrempelige initiatieven die trachten eerst wat goodwill te kweken, voordat de eigenlijke boodschap gelanceerd kan worden.
Toch ligt hem daar ook weer ‘de crux’, als je vervolgens aan die eigenlijke boodschap van het kruis niet toekomt. Soms wordt ‘Paulus op de Areopagus’ in Athene als voorbeeld aangehaald ; sluit net als Paulus eerst aan bij de leefwereld (hier de Griekse godenwereld) van je gesprekspartner!  Lees je het verhaal in Handelingen 17 echter goed, dan zie je dat dit alleen maar als tijdelijk opstapje naar de eigenlijke boodschap diende. Paulus pakt gelijk door, maar ook al even daarvoor had hij ‘gewoon’ over Jezus en de opstanding gesproken. Hierna ging Paulus verder en vertelde over bekering en Gods oordeel. Het gevolg is een tweedeling in zijn gehoor: er komen spotters en volgers. Vanuit de laatste categorie kwamen vervolgens ook mensen tot geloof.
Dan nog een opmerkelijke beschrijving van een boodschap van Jezus zelf (Lukas 4:16 evv.). Hij preekt in de plaats Nazareth, waar hij opgegroeid is, in de synagoge vanuit het boek Jesaja. Heel het publiek stemt met zijn woorden in en verwondert zich over die woorden van genade. Dit hebben ze nog nooit gehoord! Al snel  slaat de stemming om als Jezus er nog wat aan toevoegt….. God verkiest niet het ‘met zichzelf ingenomene’, zo luidt Jezus boodschap. Het was Zijn tijd nog niet, want anders was Hij ter plekke vermoord.
Op een andere Bijbelplek [v] staat beschreven dat Jezus geen voorkeur voor de grote aantallen had. Hij ziet haarscherp wie behoren tot het relatief kleine clubje ware volgers. In de plaats Kapernaüm houdt Hij zijn hoorders voor dat alléén wie zijn vlees eet en bloed drinkt, het eeuwige leven beërft en tot het leven zal opstaan. Hij geeft ook nog aan dat niemand tot Hem kan komen, tenzij dat God de Vader dat geeft.
Zonder door de Geest geopende ogen, oren, verstand en hart, versta je namelijk niet dat de God-mens Jezus Christus Zijn leven moest geven om verzoening teweeg te brengen. God opende het hart van Lydia, en er komen precies zoveel mensen tot geloof als er hiertoe bestemd waren. [vi] [vii]
Toen de zondeval net had plaatsgevonden gaf God al de belofte van de komst van Zijn Zoon. De toorn van God en de genoegdoening  voor de zonde, die niet door het bloed van stieren en bokken kon plaatsvinden, vonden hun oplossing in het offer dat eenmaal door Jezus Christus gebracht werd. Hij zei: “Ik zal komen, Ik bied Mezelf aan, Vader!” (Hebr. 10).  
Het was A.W. Tozer die stelde: “Je moet door God, vóór God en van God gered worden”. Naast het “alzo lief” uit Johannes 3, zegt vers 36: “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem “.

Er is in de eerste plaats niet het probleem tussen u en de duivel of u en de anderen om u heen dat opgelost moet worden. Het belangrijkste probleem heeft de mens met God Zelf! Dit probleem is dusdanig dat over onze ‘vijandschap’ [viii] en een ‘haat’ [ix] vanuit God naar u gesproken wordt. Daarom bestaat er geen grotere liefde, dan de opzoekende, onverdiende en stervende liefde van God in Zijn Zoon, Jezus Christus. Voor een goed mens zou je in uitzonderlijke gevallen misschien je leven nog willen geven, maar voor zondaren en vijanden? [x]

Daarom berooft het Evangelie ons van alle eigen eer; maar geeft de mens uiteindelijk een buitengewone eer. Dit slaat mijn trots, al mijn verdienste neder,'t verlaagt mij diep, maar o, 't verhoogt mij weder!
Wat staat dat haaks op onze cultuur en natuurlijke toestand!
Het komt van Hem, door Hem en is bedoeld tot eer van Hem. In Zijn en mijn dood, wordt uiteindelijk het leven gevonden.  Een mensonterende, maar tegelijk mensverheerlijkende boodschap. Een Evangelieboodschap, ondersteund door uw  verander(en)de levenswandel!



[i]  1 Kor.15:1
[iii]  Bijv. Rom. 2:24, 1 Tim. 6:1 en Titus 2:5
[iv] Mat. 5:16, 1 Petr. 2:12
[v] Joh.6 vanaf vs. 22
[vi] Hand.16:14, Hand. 13:48
[vii] Hoewel het leerstuk van Gods verkiezing tot een theologisch wangedrocht kan worden en mensen in sommige kringen onterecht iedere eigen verantwoordelijkheid ontneemt, laat het in haar zuivere vorm Gods eer in de redding van zondaren schitteren als een diamant. Paulus verwoordt dit in Romeinen 8 (vs. 29-30) prachtig!
[viii] Rom. 5:10
[ix] Psalm 5:6 en 11: 5
[x] Romeinen 5:7

zondag 3 februari 2013

Lessen uit het sterfhuis............ (1)

Stel, u bent op weg en halverwege uw straat staat een raam in kantelstand open. Terwijl u voorbij loopt, hoort u het gesnik van enkele aanwezigen in dit huis. U werpt een korte blik naar binnen en ziet de contouren van de aanwezigen door de vitrage heen. Zij staan rondom een geliefde die zojuist de laatste adem heeft uitgeblazen…
In het huis waar rouw bedreven wordt over een recent gestorvene, valt volgens Salomo meer te leren dan in een huis waar vanwege een blijde gebeurtenis feest wordt gevierd. (2) Deze stelling uit Prediker 7:22 kan je rauw op je dak vallen. Is rouw beter dan de vreugde van een feest? Ja, inderdaad is het volgens de Bijbel goed om stil te staan bij het lot dat ons allen vroeg of laat zal treffen. Het is niet aan allen gegeven om in een vurige wagen ten hemel te reizen of als levende de wederkomst van Christus mee te maken. Niet alleen de prediker Salomo spiegelt ons deze waarheid voor. Verschillende Bijbelschrijvers (en door hen heen God de Heilige Geest zelf) dwingen ons stil te staan bij een waarheid waar we meestal liever aan voorbij lopen. Voor u die desondanks toch verder bent blijven lezen: laten we er toch even bij stilstaan…

  Salomo: stilgezette realist
‘Sterven’ als begrip werd al direct in de eerste hoofdstukken van de Bijbel - en daarmee de geschiedenis van de mensheid - geïntroduceerd. Had het eerste echtpaar dit nog in eigen hand; door hun daad van ongehoorzaamheid glipt ook ons het leven uit handen. Dagelijks sterven er naar schatting wereldwijd ruim 150.000 mensen; in Nederland zo’n 370 mensen per dag. Dat zijn enorme aantallen, als je hier tenminste even bij stil durft te staan. Overigens is er dagelijks in veel meer huizen de vreugde van een geboorte en in ontelbare huizen de vreugde van bijvoorbeeld een verjaardagsfeest. Ook bij de vreugdetonen van een bruiloft is het goed toeven! Het eerste wonder van Jezus gebeurde op een bruiloft, maar ook de rouwenden gaf Hij soms een geliefde terug. Straks is er ‘de bruiloft van het Lam’; een feest dat nooit zal eindigen. Toch vraagt de Prediker ons om ons te concentreren op het huis waar de tranen nog lang niet gedroogd zijn. Waar de rouw en diep gevoeld verlies de sombere boventoon voeren. Hier valt volgens Salomo namelijk meer te leren dan in de huizen waar de feestvreugde overheerst. Feest kende de schrijver Salomo overigens zelf in overvloed. Hij had zijn hart gezet op alles wat er maar te genieten viel. Zoals veel jongeren ook nu nog hun jeugd zien als de tijd van ‘feesten’, zocht Salomo het onder andere in (overigens beperkt) alcoholgebruik en de liefde. Na zijn zoektocht naar het ware genieten, was de conclusie dat het uiteindelijk allemaal ‘ijdel’ was. Dit zijn niet de woorden van een gedeprimeerde idealist, maar de woorden van een stilgezette realist. Tragisch is het als je zo in je bezit opgaat en steeds ‘grotere schuren bouwt’ en op dat moment je ziel van je afgeëist wordt (Lucas 12:20). Zoals het in Hebreeën 9:27 verwoord wordt: het is de mensen beschikt om te sterven, en hierna volgt het oordeel.

  Het houdt niet op!
In het huis van rouw, daar waar een mens in zijn sterfhuis de laatste adem heeft uitgeblazen en de overgebleven geliefden staren naar het levenloze lichaam, juist daar is de plek om tot bezinning te komen. Daar is de schrikwekkende realiteit van ‘de zondeval’ en haar wrede gevolgen voor de gehele mensheid zichtbaar als nooit te voren. De echo klinkt en weerklinkt: ‘ten dage, als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven.’ De rebellie van het ‘als God willen zijn’ werd op deze wijze duur betaald. De dood wordt een vijand genoemd. De laatste vijand die uiteindelijk ontwapend en overwonnen wordt (1 Korintiërs 15:26) en in zekere zin al is. Als de dood is ingetreden, houdt het volgens de Bijbel niet op. Hoewel moderne hersenwetenschappers aannemen dat het bewustzijn alleen maar kan bestaan vanwege de aanwezigheid van een werkend brein, leert de Bijbel dat er na de dood twee opties zijn. Er is een plaats van eeuwig afgrijzen en er is een plaats van eeuwige zaligheid. Er is een plaats van een eeuwigheid zonder God en een plaats van een eeuwigheid in aanwezigheid van God. Om in de eerste plaats te komen hoef je niet veel te doen; men komt er vanzelf uit. De tweede plaats is voor diegenen die al tijdens het leven zijn overgegaan van de dood naar het leven. Al bij de geboorte is de toestand van de mens een ‘geestelijke dood’. Ongevoelig voor geestelijke zaken, van nature niet geneigd om van God te houden en van Hem te genieten. ‘Vijandschap’ wordt dat zelfs genoemd. Dus al tijdens het aardse leven is er een tweede ‘levendmaking’ van levensbelang. ‘Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden’ (Efeziërs 2:1, HSV). Na de geboorte moet er dus een wedergeboorte plaatsvinden, die ertoe leidt dat u al tijdens dit leven met en voor God leeft.

  Eeuwig leven
Ik wil u meenemen naar een bijzondere plek van rouw waar bovenstaande mogelijk gemaakt is. Net buiten de stadsmuren van Jeruzalem hangt te midden van twee anderen een man, die zojuist de laatste adem heeft uitgeblazen. Hij is de dood gestorven aan een Romeins martelwerktuig. Enkelen die Hem liefhebben, kijken verbijsterd en staan snikkend op Golgotha. Ook veel later zal er over deze ‘doorstokene’ nog rouw bedreven worden.(3) Zijn lichaam wordt weggehaald naar een grafspelonk gebracht. De rouwenden hebben het lichaam met grote zorg behandeld. Weer wat later zien we een aantal rouwende vrouwen; zij komen tevergeefs bij het graf. Daar is ‘de dood’ voor de gelovige namelijk de doorgang naar het eeuwige leven geworden. Gelooft u dat? Gelooft U Hem? Toen Lazarus gestorven was, huilde Jezus. Toch sprak Hij toen de volgende haast onwerkelijke woorden: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid.’ En daar die vraag: ‘Gelooft u dat?’ (4)
 Tot slot een tekst uit Openbaring 21: ‘En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.’ Zorg dat u dáár bij bent, want dan heeft uw bezoek aan ‘het huis vol rouw’ pas echt zin gehad.

 Wilco Sliedrecht 

 1 Ter nagedachtenis aan mijn vader: Willem Sliedrecht. Overleden 17-12-1992. 
 2 ‘Het is beter naar een klaaghuis te gaan dan naar een huis te gaan waar een feestmaal gehouden wordt. Dat is immers het einde van iedere mens, en de levende moet het ter harte nemen’ (HSV). ‘Het is beter dat je naar een huis vol rouw gaat dan naar een huis vol feestrumoer, want in een huis vol rouw eindigt iedereen. Dat neme ieder mens zijn leven lang ter harte’ (NBV). 
 3 Zacharia 12:10, Openbaring 1:7 
 4 Johannes 11:25,26