Pagina's

zondag 2 december 2012

Voorbijgaande liefde

dit artikel is eerder gepubliceerd in Zoeklicht nr. 24 van 2011

Het boek Hooglied, in het Oude Testament, bevat een vurige, gedetailleerde en soms behoorlijk expliciete beschrijving van de liefde tussen een man en vrouw. Verhaalvorm en beurtzang tussen Salomo en zijn (aanstaande) bruid vormen een pakkend geheel. Natuurlijk zijn er ‘regels’ voor Bijbeluitleg1 en het ware te wensen dat die in onze dagen veel meer gevolgd werden. In preken en Bijbelstudies worden soms verbanden gelegd, die er niet zijn, of wordt een tekst als opstapje gebruikt om een eigen verhaaltje te vertellen. We moeten geen dingen uit een tekstgedeelte tevoorschijn halen, die er niet instaan of niet aansluiten bij het geheel van de Bijbelse gedachtewereld. Toch is het soms ook voor de Nieuwtestamentische Bijbelschrijvers gebruikelijk geweest om gebeurtenissen uit het Oude Testament als beeld voor het nieuwe verbond te gebruiken; te ‘allegoriseren’.2
Door de eeuwen heen, hebben uitleggers van het Woord in de ‘Hoogliedse’ liefdesrelatie ook de liefdesrelatie tussen Christus en Zijn Kerk ingelezen. Jezus Christus zei over Zichzelf: ‘meer dan Salomo is hier’? (Matteüs 12:42; Lucas 11:31). De 19e-eeuwse, Londense Baptistenprediker Charles Haddon Spurgeon gaf aan in ieder gedeelte uit het Oude Testament net zo lang te zoeken tot hij een pad naar Christus gevonden had. Hij schreef het boek Christ in the Old Testament met daarin tientallen van zulke studies. Door zijn preken vonden velen – zelfs tot op de dag van vandaag – de Liefde van hun leven.

Op meerdere plekken in de Bijbel wordt de relatie tussen God en Zijn volk, tussen God en de individuele gelovige, beschreven in termen van een liefdes- of huwelijksrelatie. Denk aan de aangrijpende beschrijving van Gods niet-beantwoorde liefde in Ezechiël 16, het beeld van het huwelijk dat Paulus in 2 Korintiërs 11:2 gebruikt en het huwelijk der huwelijken: de bruiloft van het Lam beschreven in Openbaring 19.
Naast een verhaal over ‘gewone’ liefde, las ik in een gedeelte uit hoofdstuk 5 van het Hooglied (vers 2-7) ook over de liefde tussen Christus en de gelovige. Want het pad naar Christus, is in dit gedeelte snel gevonden!
Ik sliep, maar mijn hart waakte.
De stem van mijn Liefste, Die aanklopte:
Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin,
Mijn duif, Mijn volmaakte,
want Mijn hoofd is vol dauw,
Mijn haarlokken vol druppels van de nacht.
Ik heb mijn onderkleed uitgetrokken.
Waarom zou ik dat weer aantrekken?
Ik heb mijn voeten gewassen.
Waarom zou ik ze weer vuilmaken?
Mijn Liefste trok Zijn hand uit de opening van de deur
en mijn binnenste werd onrustig om Hem.
Ik stond op om mijn Liefste open te doen,
en mijn handen dropen van mirre
en mijn vingers van vloeiende mirre
over de handgreep van de grendel.
Ik deed mijn Liefste open,
maar mijn Liefste was weg, Hij was weggegaan.
Ik was buiten mijzelf, toen Hij sprak!
Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet,
Ik riep Hem, maar Hij antwoordde mij niet.
De wachters die in de stad de ronde deden, vonden mij.
Zij sloegen mij, verwondden mij,
zij namen mijn sluier van mij af,
de wachters op de muren.

Een vrouw, geliefd door de ‘Liefste’, ligt te slapen. Toch is tegelijkertijd haar hart wakker. Dan, in het midden van de nacht, komt Hij langs. Zijn hand wil de deur al iets open doen. De vrouw twijfelt of ze nu wel of niet open zal doen. Gewassen voeten en ongeschikte kleding zijn belangrijker en gaan boven een ontmoeting met de ‘Liefste’. Dan bedenkt ze zich; wil alsnog open doen, maar Hij is weg… Ze roept Hem, zoekt Hem, maar Hij is… voorbijgegaan.

Laten we het beeld doortrekken naar de gemeente, of dichterbij nog: naar jezelf. Hoeveel momenten waarop we als het ware ‘een ontmoeting’ met onze geliefde Heiland hadden kunnen hebben, zijn niet vruchteloos voorbijgegaan? Voorbijgegaan, omdat andere onbenullige zaken het wonnen van een ontmoeting met Hem. De Liefste, zo staat in het boek Openbaring beschreven, ‘staat aan de deur en klopt’, wachtend om opengedaan te worden. Juist bij de lauwe gemeente, juist bij de lauwe christen, komt Hij langs en nodigt om Hem open te doen. De christen, die denkt ‘geen gebrek’ te hebben, zijn zaakjes op orde te hebben, die wel iets beters te doen heeft dan een kloppende Heiland open te doen, is juist de christen die het zó nodig heeft dat Hij ‘de maaltijd met hem gebruikt’. En dat is trouwens geen eenrichtingsverkeer (‘en hij met Mij’)! Wie Hij liefheeft, die bezoekt Hij, wijst Hij terecht en bestraft Hij! (Openbaring 3:19-20)
‘Liefde’ is een sleutelwoord in het christelijk geloof: ‘Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde’ (1 Johannes 4:7,8).
‘U zult de Here, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand’ (Matteüs 22:37). Hoe indringend was niet de vraag van Jezus aan Petrus: “Heb je Me nu écht lief?” (Johannes 21).
Geld, bezittingen, een relatie, roem of aanzien kunnen de plek van de Liefste innemen. Dusdanig dat je je diep bedroefd van Hem afkeert, wanneer dat belangrijker is dan Hem… (Lucas 18:23). Ware liefde tot Hem kan je zelfs je (dagelijkse) leven kosten; maar je krijgt er het Leven voor terug. Dat kan soms best even pijn doen; zeker als je ‘je leven niet liefhebt tot in de dood’ (Openbaring 12:11; Marcus 8:35).

Terug naar de liefdesgeschiedenis. Hij komt voorbij. Hij klopt bij je aan. Zijn haarlokken zijn vol druppels van de nacht, vol bloeddruppels van de nachtelijke worsteling in Getsemané. Hij had, uit liefde voor jou, Zijn leven in ieder geval niet lief tot in de dood. Zijn liefde ging voorbij die grens. Voor een goed mens zou je dit misschien nog willen doen; maar voor zondaren? Onbegrijpelijke liefde. Opzoekende liefde. Gevende liefde. Stervende liefde. En wij? Wij kunnen alleen maar liefhebben, omdat hij éérst heeft liefgehad (1 Johannes 4:19).
Zijn hand wil de deur al ietsje open doen. Je weifelt, maar staat even daarna toch op. Maar inmiddels is Hij voorbijgegaan. Hij is niet meer in zicht, jouw roepen kaatst als een holle echo naar je terug. Je gaat naar Hem op zoek in de kou van de nacht. De wachters, die goed voor je zouden moeten zijn, helpen je niet, maar verwonden slechts. Hoe velen, die de plek van ‘Ezechiël-wachter’ innemen, verwonden de mensen niet, in plaats van dat ze mensen de weg naar Christus wijzen. Zij verwonden door mensen het ware en volledige Evangelie te onthouden. Wee die wachters! Wee ook mij? Ik denk liever niet na over de kansen die er waren om iets over mijn Liefste te vertellen, maar die voorbijgegaan zijn. Jezus ging voorbij…

Jezus, de Geliefde, gaat voorbij. Hij klopt aan de deur. Doe jij Hem open? Als je ‘hart waakt’, terwijl je slaapt, heb je méér dan de dwaze meisjes. Zij zullen buiten blijven op de grote bruiloft (Matteüs 25).
Hij zoekt echte liefde, Geest-gewerkte liefde. Deze liefde uit zich in liefdesdaden. Geloof zonder werken is dood. Werken zonder liefde is ook niets waard.3
Jezus staat aan de deur en wil worden opengedaan. Laat de Liefde niet voorbijgaan!

Wilco Sliedrecht


 1 Zie o.a. Verantwoord Bijbelgebruik; J. Boekhout, Prediking en predikers; D.M. Lloyd-Jones, Pastorale adviezen; C.H. Spurgeon, Biblical preaching; H.W. Robinson
2    1 Korintiërs 10 (bijv. vers 4); Hebreeën 13:10-13
3 Johannes 14:23, Jakobus 2:14 ev, 1 Korintiërs 13

Honger naar de ware God (sbeleving) III

Lees dit artikel in het Zoeklicht

Zeven charismatische gevaren die de kerk bedreigen
In twee eerdere artikelen heb ik verschuivingen beschreven die zich binnen kerken op verschillende gebieden voordoen. Waar inhoud en plaats van Gods Woord en Evangelie veranderen, leidt het geloof vroeg of laat ‘schipbreuk’ (1 Timoteüs 1:19). In dit laatste artikel is het gevaar om op een dwaalspoor te geraken wel bijzonder groot, omdat in profetie en ‘opwekking’ Gods rechtstreeks spreken en Aanwezigheid geclaimd worden; wie zou daar tegenin durven gaan?

Profetie of fantasie
Het Bijbelse begrip ‘profetie’ heeft meerdere kanten. Zo is er het ‘met kracht spreken van God ontvangen woorden over mensen, situaties of landen’, ‘het met gezag brengen van de Schrift’ en ‘het voorspellen van of waarschuwen voor aanstaande gebeurtenissen’. Het profetisch spreken is ‘stichtend, vermanend en bemoedigend’ (1 Korintiërs 14:3).
Op het uitspreken van valse profetieën rustte Gods toorn. Wie profetieën uitspreekt die niet uitkomen, hoeven we verder niet meer serieus te nemen (Deuteronomium 18). Helaas blijven veel ‘profeten’ waarvan de profetie aantoonbaar niet uitgekomen is, gewoon op hun positie staan.
In opkomst is ook het ‘oefenen met profetie’; na gebed mag de eerste tekst of gedachte die opkomt ‘doorgegeven worden’. Deze werkwijze vinden we niet terug in de Bijbel. Hier kwam God met Zijn Woord naar iemand toe die Hij had uitgezocht. Alleen datgene mocht gesproken worden. De profeten hadden niet ieder moment van de dag en voor iedere situatie een ‘Woord van God’ klaarliggen; Zijn genadige antwoord kwam soms pas na een week. Zelfs wanneer God inzicht geeft in toekomstige gebeurtenissen is voorzichtigheid met de interpretatie geboden. Paulus kreeg van stad tot stad te horen dat hem vervolging te wachten stond, maar toch was het niet Gods bedoeling om dit lijden te ontlopen (Handelingen 20:23, 21:11-14).
Ik geloof dat we speciaal wanneer we getuigen en preken de rechtstreekse beïnvloeding van Gods Geest op onze gedachten en woorden mogen vragen en verwachten. Dit gaat samen met een ijverig lezen en bestuderen van Gods Woord. Een prediker als John Piper, die geen deel uitmaakt van de zogenaamde ‘charismatische beweging’, vermeldt dit ook.1 Van de 19e eeuwse baptistenpredikant Spurgeon wordt verhaald dat hij soms zomaar in het midden van de preek de situatie van een aanwezige beschreef en soms zelfs in de richting van de betreffende persoon wees. Dit heeft tot bekeringen geleid.2 Staat zoiets niet in 1 Korintiërs 14:24-25? ‘Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond, het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.’

Vals opwekkingsvuur
Reeds meerdere keren werd op grote conferenties een beweging van Gods Geest aangekondigd; even zovele keren bleef deze beweging uit. Er was wel veel beweging, soms ook veel tumult… maar van een opwekking was geen sprake.
Het begrip ‘opwekking’ wordt gebruikt om het wakker worden en tot leven komen van het ingeslapen volk van God te beschrijven. Dit heeft zich in Bijbelse tijden en in de kerkgeschiedenis meerdere malen voorgedaan. Mensen keren weer terug tot God en God keert terug tot Zijn volk.
Dit gaat vaak gepaard met meerdere, soms spectaculaire bekeringen en soms ook met andere wonderen. Vanuit zondebesef wordt geroepen naar God! Hoe kostbaar is dan de verkondiging van het Evangelie aan verslagen zielen! Het oordeel aan een Ander voltrokken geeft mij vrijspraak! Een opwekking waar het verlossingswerk van Jezus Christus niet centraal staat, kan geen opwekking genoemd worden.
In iedere opwekking speelde bij mensen de menselijke psyche op soms hysterische wijze op. Soms ook waren het demonische machten die zich kenbaar maakten of de zaak wilden verstoren. Waar adequaat werd ingegrepen en onnodige verschijnselen werden ingedamd kon het werk van God in de overtuiging van zonde, gerechtigheid en oordeel gewoon doorgaan.3
In onze dagen staat het begrip opwekking voor sommigen gelijk aan de meest excentrieke verschijnselen. De uitingen die ingedamd dienden te worden, worden juist aangemoedigd. De verkondiging van een helder Evangelie verdwijnt dan vaak geruisloos naar de achtergrond.
Denk niet dat er soms geen waarheden over Jezus gebracht kunnen worden of dat beleden wordt dat het om Jezus’ eer gaat en Hij aanbeden wordt. De leider van een recente beweging bleek een alcoholist, leefde in overspel en is inmiddels gescheiden. De geclaimde genezingen en zelfs ‘opstandingen uit de dood’ bleken op bedrog te berusten.
Meerderen waarschuwden zelfs dat tijdens bijeenkomsten van recente bewegingen mensen een occulte belasting hebben opgelopen. De ‘psyche’ van de mens kan sowieso heel wat raars voortbrengen. Schudden, ‘shaken’, gillen of knorren zijn - voorzichtig gesteld - geen noodzakelijke bijverschijnselen bij een werk van God. In bijeenkomsten worden profetieën soms onder spastische en schuddende bewegingen uitgesproken, sommigen sissen als een slang. Op videobeelden heb ik kinderen gillend op de grond zien liggen, mensen sprongen rond als in paniek en pijn. Er is niets nieuws onder de zon; al eerder in de kerkgeschiedenis hebben zich dergelijke bewegingen voorgedaan.
Gods boodschap van de noodzaak van redding is te ernstig om er een circus omheen te bouwen. Wanneer Gods Geest werkt, worden mensen verslagen in het hart. Soms roepen ze het uit: ‘Mannen wat moeten we doen?’ Maar het hysterische is hier ver te zoeken.
Soms ziet men het zogenaamde ‘vallen in de geest’. Onder gebed, maar ook wel doordat de prediker naar een groep mensen wijst of zwaait, vallen mensen achterover en blijven soms enige tijd op de grond liggen. Bij nadere bestudering kun je lijnen zien lopen van predikers die dit aan elkaar hebben ‘overgedragen’.
Voor mij is in ieder geval duidelijk dat ‘het vallen’ in de huidige vorm niet in de Bijbel voorkomt en niet als een ‘bijzondere zegen’ gezocht moet worden. Ik ‘viel van mijn stoel’ van verbazing dat recent een bekende theoloog een serieuze poging heeft gedaan om een Bijbelse verdediging te geven. Waar in de Bijbel mensen vallen, betreft dit situaties van oordeel, een overweldigd zijn van wat men zag of vanuit de wil om te aanbidden.4 Zelfs aardse dingen kunnen we soms even niet met ons brein en gevoel bevatten; door spannende gebeurtenissen, een bijna-ongeluk of een aanblik van iets ergs vallen mensen soms zelfs flauw.
Waar men overweldigd werd door bijvoorbeeld een visioen of verschijning van een engel of van Jezus, werd de persoon snel weer op de voeten geholpen en met woorden gerustgesteld. Naar mijn overtuiging is er voor het ‘vallen’ - zoals dat nu in samenkomsten wordt gepraktiseerd - geen Bijbelse basis.

Tot slot
In een oprecht verlangen naar ‘meer van God en Zijn Geest’ blijft waakzaamheid geboden, omdat voorspeld is dat ‘in de laatste dagen’ de dwalingen en valse profeten zullen toenemen. Waar de kennis van God en Zijn Woord minder wordt, kunnen allerlei dwalingen en ‘schijnbewegingen’ voet aan de kerkelijke grond krijgen. Gods Geest verheerlijkt Christus. Wie niet meer tevreden is met ‘Jezus Christus en Dien gekruisigd’ en de grote (geestelijke) rijkdom die in Gods Woord beloofd wordt, is uiteindelijk een arm mens. Aan de andere kant kunnen we ons ook tevreden stellen met minder dan God voor ons in petto heeft; dan doen we God en Zijn Woord ook tekort. Mijn gebed is dat we in christelijk Nederland steeds meer van onze levende God zullen ontvangen. ‘Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God’ (Psalm 42)!

Drs. W. Sliedrecht

Voor wie verder wil lezen:
• D.M. Lloyd-Jones; Onuitsprekelijke vreugde, Wordt niet dronken van wijn, Beproeft alle dingen.
• Jonathan Edwards; Die God leeft nog.
• Ian H. Murray; Pinksteren vandaag.
• J. Penn-Lewis; Oorlog tegen de heiligen (dient met onderscheidingsvermogen en getoetst aan de Bijbel gelezen te worden).

Voetnoten:
1 http://www.desiringgod.org/ResourceLibrary/MediaPlayer/186/Video/
2 Zie o.a. Hij won hen voor Christus, Eric Haydn.
3 Nieuwkerk, een lichtbaken op de Veluwe, Drs. J. Fekkes; blz. 145 en 147 e.v.
4 Zie o.a. Lev. 9:24, 1Kon. 8:11, Joh. 18:6, Opb. 1:17.

Honger naar de ware Godsbeleving II

eerder gepubliceerd in het Zoeklicht

Zeven charismatische gevaren die de kerk bedreigen

Om mij heen zie ik een honger naar God en naar het beleven van Hem als realiteit. Als men zich in een zoektocht naar Hem op paden begeeft die de Zijne niet zijn, komt men echter op een dwaalspoor terecht. In een drietal artikelen behandel ik zeven ontwikkelingen die zich binnen kerken en gemeenten voordoen. Vaak betreft het hier de herontdekking of misinterpretatie van een deelwaarheid, die vervolgens een te grote plaats in het geloofsleven krijgt.
In het vorige artikel heb ik de veranderingen in de inhoud van de Evangelieboodschap en de plaats van muziek besproken. De onderstaande drie zaken die ik beschrijf hebben kunnen ontstaan door het niet of verkeerd interpreteren van Bijbelteksten. Waar een subjectieve interpretatie of buiten-Bijbelse openbaring over de objectieve betekenis van een Bijbeltekst of gedeelte gaat heersen, gaan zaken scheefgroeien.

Een benauwende ‘kracht van woorden’
Een groeiende groep christenen gelooft dat wat ze uitspreken met hun mond werkelijkheid wordt. Deze stroming noemt men ook wel de ‘Word of faith’-beweging. Men baseert dit op teksten als bijvoorbeeld Spreuken 18:21 ‘dood en leven zijn in de macht van de tong.’ Het is ten hemel schreiend hoe Bijbelteksten gemolesteerd zijn om deze denkwijze mogelijk te maken. Op obsessief compulsieve wijze is men vervolgens bezig om positieve belijdenissen uit te spreken en de negatieve belijdenissen te herroepen en te verbreken. Vervolgens ‘claimt’ men rijkdom, voorspoed en gezondheid. Deze beweging is verwant aan en gaat vaak ook samen met het ‘Welvaartsevangelie’. In extreme gevallen heeft dit geloof in de ‘positieve belijdenis’ zelfs tot doden geleid, omdat ziekte ‘ontkend’ werd en adequate medische hulp daardoor niet werd gezocht.1 Bij sommige predikers heeft deze leer inderdaad tot grote voorspoed en rijkdom geleid; maar alleen maar omdat hun naïeve volgelingen hun eigen geld ‘in ruil voor zegen’ hebben afgegeven. Dit ‘positief belijden’-denken is terug te voeren op een zekere E.W. Kenyon, die vervolgens meerdere - met name - Amerikaanse predikers heeft beïnvloed.2 Helaas hebben velen zich weer door deze predikers laten beïnvloeden en dit denken kritiekloos overgenomen. Een vrijwel identiek denken vindt men in bewegingen als Christian Science en ook een vrij recente wereldlijke hype als The Secret. Deze denkwijze is nooit onderdeel geweest van hoe christenen de afgelopen 2000 jaar hebben gedacht en kan verwezen worden naar het rijk der fabelen. Naast aan animisme verwante denkbeelden vindt men ook het pantheïstische idee dat iedere christen een ‘kleine god’ is en dat daardoor uitgesproken woorden ‘scheppingskracht’ hebben. Dit denken is vreemd aan het Bijbelse denken.

Genezing voor iedereen!
De genezingen die Jezus Christus en de apostelen verrichtten waren uniek en echt. We lezen niet over mislukkingen en gevallen die te moeilijk voor hen waren. De unieke kracht van het doorbrekende Koninkrijk van God ging gepaard met tekenen en wonderen. Het was Gods eigen ‘stempel’ om te laten zien dat de boodschap en boodschappers uit Hem voortkwamen. De tekenen zouden de gelovigen volgen en niet andersom. In de Bijbel lezen we ook van ziektegevallen die ‘voor lief’ werden aangenomen. Mensen werden ziek achtergelaten, soms werd aanhoudend gebeden, maar ‘Gods genade was op dat moment genoeg’ en de kwaal bleef.3 Ook nu is er nog de Bijbelse opdracht om voor zieken te bidden en hen te zalven met olie (Jakobus 5:14). Ook geloof ik dat God als Hij wil nog steeds ‘gaven van genezingen’ aan de gemeente geeft. Genezing valt echter niet te claimen. We dienen te bidden naar Gods wil en in onderwerping aan Hem. Niet genezen worden hoeft niets te maken te hebben met gebrek aan geloof. Het vóórkomen van tekenen en wonderen is overigens Bijbels gezien geen garantie dat het met de persoon in kwestie wel goed zit (Matteüs 7:22,23). Het is vreselijk om te zien hoe soms genezingen geclaimd worden die achteraf gezien niet waar bleken te zijn. Er bestaan ongelooflijke getuigenissen van nog mobiele mensen die voor de bijeenkomst in rolstoelen werden gezet; en wat een wonder als ze dan uit de rolstoel kwamen! Ook beweren wetenschappers dat in massabijeenkomsten veel zogenaamde ‘psychosomatische ziektebeelden’ genezen worden. Door een psychisch probleem of conflict ontstaat een lichamelijke kwaal. Door beïnvloeding van diezelfde psyche wordt dit proces weer omgedraaid en verdwijnt de lichamelijke uiting. Hier speelt dus de kracht van suggestie en niet Gods kracht. In onze dagen komen genezingen van dodelijke kanker, HIV en het weer herstellen van bijvoorbeeld een afgerukt lichaamsdeel of het na enkele dagen opstaan uit de dood, zelden voor. Dit moeten we gewoon in alle eerlijkheid constateren.4 Hier valt veel over te zeggen; persoonlijk kan ik er mee leven dat wij in onze dagen niet die autoriteit hebben zoals Jezus of de apostelen die hadden. Bij de dood van Tabita in het plaatsje Joppe besloot niet iedereen in de gemeente te gaan bidden, maar riep men een man met buitengewone kracht en gaven, namelijk Petrus (Handelingen 9). Daarmee wil ik me er niet makkelijk van af maken en blijf geloven dat het kan en dat we ons naar genezingen mogen uitstrekken. Zelf heb ik enkele opmerkelijke zaken gezien na gebed om genezing; maar ook hier blijf ik voorzichtig. Voor claims die niet waar blijken te zijn, heb ik geen goed woord over. We hoeven geen schijnwerkelijkheid te creëren. Laten we eerlijk onze moeite, ons zoeken en onze vragen onder ogen zien. Ieder geval van ziekte is een bewijs van de gevallen staat van deze schepping en doet ons ook denken aan de belofte dat dit ooit uitgebannen zal zijn. Ieder geval van ziekte herinnert er ons ook aan dat geloof in Jezus Christus nodig is tot redding van die gevallen staat. Ook al zou er geen genezingswonder gebeuren; de heerlijkheid van Jezus verlossingswerk is mij genoeg; Zijn genade is mij genoeg!

Demonen overal!
Demonie is een Bijbels gegeven waarmee we rekening moeten houden en waar we een antwoord op moeten hebben. Waar mensen worden lastiggevallen of zelfs bezeten zijn en er bevrijding gezocht wordt, mogen in Jezus’ Naam deze afvallige engelen worden weggestuurd. In de Bijbel vinden we dat sommige ziektebeelden door een boze geest werden veroorzaakt; en bij uitdrijven verdween de kromme rug of de ‘epilepsie’. Juist in gebieden met veel occulte activiteit, waar bijvoorbeeld een ‘Simon de Tovenaar’ actief was, werden vele demonen uitgedreven.5 Er zijn echter in onze dagen stromingen en mensen die beweren dat bij iedereen voor bevrijding van geesten gebeden moet worden. Hele stambomen en familielijnen worden doorgebeden. Allerlei uitspraken worden herroepen en bindingen worden verbroken. Voor ieder slecht gedrag of lichamelijke afwijking kan zo een verantwoordelijke demon worden geïdentificeerd en uitgedreven. We moeten desondanks nuchter constateren dat dit in de Bijbel zo niet voorkomt. Als dit zo belangrijk zou zijn en een standaard handelwijze zou moeten zijn bij een ieder die tot geloof kwam, had hierover toch wel meer in de Bijbel gestaan? Ook hier worden weer teksten uit het verband gerukt en wordt daarop een hele theologie en werkwijze gebouwd. Mogelijk is dit een truc van de duivel, om een gedeelte van de christenen bezig te houden en angst te zaaien. Zo is er van ‘jagen naar heiliging’ geen sprake meer en wordt men opgehouden om te doen wat echt nodig is. Laten we alsjeblieft nuchter blijven. Iedereen die christen wordt, gaat over van het koninkrijk van de satan naar het koninkrijk van het licht. Niet bij iedereen is het nodig om inwonende en omwonende geesten weg te jagen. Een invloedrijke man, waar het de bevrijdingsbediening betreft, beweerde dat Saulus wel ‘bezeten’ moest zijn. Toch heb ik nooit gelezen dat Ananias naast het gebed om vervulling met de Heilige Geest en het herstel van het gezichtsvermogen om bevrijding van boze geesten bij Paulus heeft gebeden (Handelingen 9). We hebben als christen wel de opdracht gekregen om zelf actief de duivel te weerstaan (Jakobus 4:7) en de wapenrusting van God aan te doen (Efeze 6:12). In het laatste artikel zal ik het gebruik van profetie en ‘opwekking’ bespreken.

Drs. W. Sliedrecht

Voor wie verder wil lezen: Dr. M.J. Paul; Vergeving en genezing & Occulte machten en bevrijding Dr. Kurt E. Koch; Christus oder satan / Between Christ and satan Dr. John F. Macarthur; Charismatic chaos / De charismatische verwarring Ds. Bram Krol; Aangetrokken tot het wonderlijke

noten: 1 Zie hiervoor bijvoorbeeld het boek van Ds. Bram Krol; Aangetrokken tot het wonderlijke; nieuwe ontwikkelingen in charismatische kring.
2 Zie onder andere een dun boekje van Don Gosset; De kracht van het positief belijden van Gods Woord.
3 Onder andere: 2Tim. 4:20, Gal. 4:14, 2Kor. 12:7-9.
4 Zie het lezenswaardige boek van John MacArtur: Charismatic Chaos (hij stoot door zijn soms scherpe toon vaak mensen af, maar de feiten en argumenten die hij noemt snijden wel hout) & zie ook: Joke van Saane; Gebedsgenezing.
5 Handelingen 8

Honger naar de ware Godsbeleving I

In 2010 schreef ik een serie van 3 artikelen over een aantal ontwikkelingen binnen kerk en organisaties die mij zorgen baarden. Vertegenwoordigers van genoemde beweging wilden -in mijn beleving- op uiterst dwingende wijze hun opvattingen opdringen als bijna 'komende van God zelf'. De artikelen vormen voor mij een theologisch, maar ook emotionele reflectie van een periode in mijn leven. Eigen ervaringen verklaren de scherpte die er hier en daar is; maar de scherpte wordt ook verklaard vanuit een niet kunnen verdragen dat onbijbelse ontwikkelingen op zo veel plaatsen hun verwoestende werk kunnen doen. Ik geloof in het bestaan van 'de charismata', omdat ik geloof in de Geest als Derde Persoon van de Drie- eenheid die gaven tot opbouw van de gemeente schenkt. Maar laten we niet gaan boven wat de Bijbel ons hierover laat zien; anders zijn we weer een paar eeuwen terug in de tijd.... Ook geloof ik dat de Geest de gaven geeft naar dat Hij het goed dunkt; dit zou dus zomaar op een andere wijze kunnen zijn dan in de tijd van de apostelen en de eerste christenen. Deze artikelenserie is indertijd geplaatst in het blad 'Het Zoeklicht'
Hierna verschenen ze ook in de nieuwsbrieven en op de website van Stichting Heartcry; ook CIP.nl heeft eea. in overleg met mij overgenomen.

Zeven charismatische gevaren die de kerk bedreigen:
'Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God'; deze bede en uitroep uit Psalm 42 is van toepassing op vele christenen. Mensen willen niet langer 'dor' geloven, maar God 'zien, proeven en ervaren'. We willen zien dat wat we geloven waar is. We zouden dat willen zien doordat ons geloof zich praktisch uitwerkt in ons leven en beleving. In het warnet van gevoelens en beleven - want dat kan het ook zijn of worden - hebben zich binnen de gemeenten en kerken een aantal verschuivingen voorgedaan. Verschuivingen in denken, in de invulling van de kerkdienst en ook in Godsbeeld en theologie. We worden werkelijk overspoeld met ideeën, boeken en bewegingen die ons vertellen hoe het dan wel moet. In enkele stappen of dagen beloven ze dat 'de hemel op aarde komt'. Vaak omhelst zo’n idee een deelwaarheid; iets wat we als kerken en gemeenten zijn kwijtgeraakt. Maar soms ook niet. Dan worden zogenaamde Bijbelse waarheden losgemaakt uit hun context en brengen grote verwarring in de kerk. Ik wil me op deze plaats richten op een zevental gevaren die vanuit de meer charismatische hoek op ons afkomen. Ik doel hiermee op een sinds de 20e eeuw opgekomen beweging binnen de christelijke wereld. Deze beweging (met in haar allerlei schakeringen) legt de nadruk op de werking en gaven van de Heilige Geest. Na toetsing aan de Bijbel, de kerkgeschiedenis en het gebruik van 'common sense' is het mij duidelijk geworden dat er zaken scheefgroeien, dusdanig dat dit een gevaar oplevert voor de kerk en individuen in het leven met God. Even iets over 'common sense', oftewel 'je verstand gebruiken'. Ik bedoel hiermee een door God geheiligd en aan Hem en Zijn Woord ondergeschikt gemaakt verstand. De Bijbel roept ons nergens op het verstand uit te schakelen. Bij behandeling van de volgende punten wil ik voorop stellen dat ik niet de intentie heb om integere bedoelingen van mensen in twijfel te trekken. Ik schrijf het onderstaande met pijn in mijn hart vanwege de toenemende verwarring in Gods kerk en omdat ik zie dat Zijn eer gestolen wordt. Ik zal in een drietal artikelen aandacht geven aan zeven charismatische gevaren.

Vertroebeling van de heldere Evangelieboodschap
In een hartstochtelijke oproep aan diverse gemeenten, waarschuwt Paulus voor afwijkingen van de traditionele Evangelieboodschap, tegen het gevaar van het preken van 'een andere Jezus' en het ontvangen van 'een andere Geest' (o.a. Galaten 1:6-9). Ook Petrus waarschuwt in zijn brieven voor afdwalingen van het Evangelie die de gemeenten zomaar binnen kunnen sluipen. En Jezus Christus zelf waarschuwt in de Evangeliën en de brieven aan de zeven gemeenten uit Openbaringen voor dwaalleraren en hun leer en levenswandel. Een zuivere verkondiging en vasthouden van de Evangelieboodschap is dus van het grootste belang. Deze boodschap gaat in tegen wat de mens van nature zou willen horen. Het maakt mij namelijk tot een hopeloos verloren zondaar, die de wraak van de almachtige God tegemoet kan zien. Alleen omdat een Volmaakte ander; God en mens Jezus Christus deze toorn aan een kruis gedragen heeft, kan dit oordeel aan mij voorbij gaan. Dit vraagt geloof in Jezus Christus en een afkeer van waar God een afkeer van heeft. Een bekering, die alleen door een bovennatuurlijk werk van Gods levensveranderende Geest plaats kan vinden. Hoewel de zonde blijft trekken is het toch mijn liefde tot God waar mijn hart vanaf de wedergeboorte naar uitgaat. Ik durf de stelling aan dat bovenstaande in te weinig samenkomsten en getuigenissen nog naar voren komt. In vele getuigenissen hoor ik niets over zondebesef, Jezus Christus als noodzakelijke plaatsvervanger en het nieuwe leven dat nu in de kracht van de Heilige Geest geleefd wordt. Wat ik wel hoor is dat er vaak een emotionele leegte, of moeilijkheid in het leven was, waardoor mensen troost en houvast zochten. Dat houvast vond men dan in 'het geloof'. Ook hoor ik verhalen over het 'overtuigd zijn van Gods bestaan' of het opeens 'ervaren van Gods aanwezigheid', gevoelens van 'liefde, troost' moeten 'huilen'. Mensen hebben gereageerd op een aansprekende boodschap, hebben hun hand opgestoken of zijn 'naar voren gegaan'. Maar dat is het Evangelie niet! Bij het Evangelie word ik in meerdere of mindere mate in het hart en geweten geraakt door de boodschap dat ik een ander leven en een Heiland nodig heb! Daarop kom ik in actie! Dat nieuwe leven wordt op onverklaarbare wijze door God Zelf geschonken; gevolg is een reddend geloof in Jezus Christus, wat zich uit in een veranderend leven.

Wij zingen, wij zingen...
Een lied zegt: 'Als Gods Geest waarlijk in ons woont, gelijk David zingen wij...' Het is een Bijbels gegeven en opdracht dat zingen voor en over God het gevolg is van het kennen van Hem en de inwoning van Zijn Geest (Efeze 5:18,19). Het belang van een juist gebruik van muziek, waarin Gods grootheid bezongen wordt, waarin gezongen wordt over wat Hij voor ons betekent en wat dat in ons leven uitwerkt, is groot. Hier heeft men in vele gemeenten meer oog voor gekregen. Echter de verschuiving die in vele gemeenten plaats heeft gevonden is mijns inziens te veel van het goede. De zogenaamde 'Derde Golf' lijkt hierin een katalysator te zijn geweest. De 'worship' of 'aanbidding' is in vele gemeenten een losstaand blok geworden dat in sommige gevallen zelfs meer tijd krijgt dan de verkondiging van 'Het Woord'. Tijdens 'de aanbidding' komen enkelen in een, zo lijkt het althans, trance-achtige toestand en worden meegesleept naar ongekende emotionele en gevoelshoogten. Toch is het waar het de invulling van de diensten betreft juist het Woord, de Evangelieverkondiging, dat door God verkozen is om mensen tot verandering te laten komen. Het geloof is 'uit het horen'. Al het andere kan dienen ter ondersteuning en ter versterking. In 1 Korintiërs 14 vanaf vers 26 wordt het een en ander over de opbouw en inhoud van samenkomsten gezegd; alles tot stichting. Er zijn meerdere mensen met een echt en authentiek geloof die zich tijdens 'de worship' eenzaam en een buitenstaander voelen. Door de verschuiving in de prediking en de prominente plaats van muziek gaan ze niet gevoed naar huis. In veel nieuwe liederen zingt men de lof op een postmodern Godsbeeld; waarbij het in de liederen gaat om een 'fijn gevoel'. De geestelijke mens kan niet leven van alleen muziek, zang en gevoelens, maar heeft als het goed is ook een verlangen naar een voedzaam Woord van God. Hierbij worden zowel hart als verstand geraakt. Ik kan onder de indruk komen van God of een eigenschap of handelen van Hem, dit komt dan binnen via mijn waarneming en verstand en dat leidt tot de aanbidding waarbij het gevoel uiteraard ook meekomt. Persoonlijk zou ik willen pleiten voor het zingen van enkele liederen ter voorbereiding op en gekoppeld aan de boodschap van die zondag; met na die boodschap één of twee liederen ter verwerking en aanbidding van God. Vergeet daarbij ook niet dat het heel Bijbels is om 'Psalmen' te zingen.
Tot zover een bespreking van de eerste twee verschuivingen die binnen gemeenten zijn opgetreden. In de volgende twee artikelen worden achtereenvolgens 'uitgesproken woorden', genezing, demonie, profetie en opwekking besproken.

Drs. W. Sliedrecht

Voor wie meer wil lezen over prediking: D.M. Lloyd-Jones; Prediking en predikers. C.H. Spurgeon; Pastorale adviezen.
Voor wie meer wil lezen over de charismatische beweging en de ‘drie golven’: Matzken, Kerkhof en Van Berghem; Charisma in golven. M. Amesz; In drie golven. John F. MacArthur; De Charismatische verwarring.